AL AQIEDAH

16-03-2018


DE CATEGORIEËN VAN TAWHEED

Lessen over Tawheed, vertaald vanuit het Engels.


1.1 De categorieën van Tawheed.


Letterlijk betekent Tawheed: eenmaking (iets één maken) ofwel, het verklaren van eenheid. Het komt van het Arabische woord wahada, dat verenigen met, tot één maken betekent. Echter, wanneer de term Tawheed wordt gebruikt om naar Allah te verwijzen (Tawheed Allah) betekent het de bevestiging van de Eenheid van Allah en het realiseren van de eenheid van Allah in alle menselijke daden die direct of indirect betrekking hebben op Allah. 

Het is het geloof dat Allah Eén is, zonder deelgenoten in Zijn Heerschappij.

 (Roeboebiyyah), Eén zonder gelijke in Zijn Eigenschappen.

 Kenmerken en Zijn Wezen(Asmaa as Sifaat) en Eén zonder rivaal in Zijn Goddelijkheid en aanbidding (Ulooheeyah, Ibaadah). Deze drie aspecten vormen de basis voor de categorieën in welke de kennis van Tawheed traditioneel is verdeeld. De drie overlappen elkaar en zijn onscheidbaar, zo zeer, dat als je een aspect hiervan weglaat, het faalt in de vereiste om de Tawheed compleet te maken. Het weglaten van een hierboven genoemd aspect van Tawheed, wordt met shirk (afgoderij)vergeleken.

Het is namelijk gelijk aan het deelgenoten toekennen aan Allah. In feite is het afgoderij. Hierdoor is het principe van Tawheed unitarisch ( het verwerpen van de goddelijke drie-eenheid) De Islaam wordt tot de monotheïstisch wereldgodsdiensten gerekend, samen met het Joodse en het Christelijke geloof. Echter, volgens het Islamitisch unitarische concept, wordt het Christelijke geloof geclassificeerd als veelgoderij en het Joodse geloof wordt beschouwd als een subtiele vorm van afgoderij.
Dus, dit principe van Tawheed is zeer diepgaand, en heeft nadere uitleg nodig zelfs voor de Moslims. Dit punt wordt helder geïllustreerd door het feit dat sommige Moslims, zoals Ibn Arabee het begrip Tawheed als monisme begreep; dat alles wat bestaat Allah ta'ala is, en dat Allah ta'ala in alles is.

Hij beweerde dat er alleen één echt bestaan is, en dat dit Allah is, en al het andere onecht. Doch, dergelijke overtuigingen worden door de heersende Islaam als pantheïsme geclassificeerd en als zodanig als kufr (ongeloof). Andere Moslims zoals de Mu'tazilah stellen vast dat Tawheed bestond uit het ontdoen van alle kenmerken van Allah en beweren dat Hij overal en in alles aanwezig is. Maar deze ideeën werden ook verworpen door de orthodoxe Islam en worden beschouwd als afvallig. In feite begonnen bijna alle afvallige sekten die afbraken van het centrale lichaam van de Islam vanaf de tijd van de Profeet (sallahoe alayhie wassalaam) tot vandaag, hun afwijken vanuit het punt Tawheed.

Al diegenen die werkten aan de vernietiging van de Islam en de misleiding van de volgelingen, hebben geprobeerd het principe van Tawheed te neutraliseren, omdat dit de wezenlijke kern van de Goddelijke Boodschap van de Islam, gebracht door de Profeten, representeert. Zij hebben concepten over Allah geïntroduceerd die totaal vreemd zijn aan de Islam. Concepten ontworpen om de mens weg te trekken van aanbidding van Allah alleen. Zodra de mensen eenmaal deze heidense filosofieën accepteren over God, zijn zij bijzonder vatbaar voor een veelheid aan andere afwijkende ideeën, die uiteindelijk allemaal leiden tot acceptatie van het aanbidden van de geschapen dingen onder het mom van de ware aanbidding van God.
De Profeet sallahoe alyhie wassalaam  zelf, waarschuwde de Moslims op levendige wijze, om op te passen voor zulke afdwalingen waarin de naties die voor hen kwamen waren gevallen. Hij sallahoe alyhie wassalaam moedigde hen aan om dicht bij het pad te blijven welke hij sallahoe alyhie wassalaam volgde.

Toen hij op een dag met zijn metgezellen zat, trok hij een rechte lijn in het zand. Daarna bracht hij een reeks lijnen als vertakkingen, aan beiden zijden van de lijn, aan. Toen de metgezellen van de profeet sallahoe alyhie wassalaam hem vroegen wat dit betekende, wees hij naar de zijtakken en vertelde hen dat dit de verschillende paden van misleiding van dit leven voorstelden. Hij ging hiermee door en zei dat aan het hoofd van ieder zijpad een duivel zat om de mensen hiertoe uit te nodigen. Daarna wees hij sallahoe alyhie wassalaam  naar de rechte lijn in het midden en vertelde hen dat dit het rechte Pad van Allah was. Toen zijn volgelingen om verdere uitleg vroegen, zei de profeet sallahoe alyhie wassalaam, dat dit zijn pad was en reciteerde toen het volgende vers:

Soerah an An'aam 6:153
"En dat dit Mijn pad is, een recht pad volgt het dan, en volgt geen (andere) paden want die zullen jullie doen afsplitsen van Zijn Pad."

Daarom is het uiterst belangrijk dat Tawheed goed en duidelijk wordt begrepen, op de manier zoals de Profeet sallahoe alyhie wassalaam het onderwees en begrepen werd door zijn  Sahaba's, zodat men niet makkelijk op de afwijkende paden eindigt terwijl men Tawheed claimt, bidt, vast, de zakaat betaald en de Bedevaart verricht.

Allah ta'ala zegt hierover in de Quran in Soerah Yususf 12:106

"En de meeste van hen geloven niet in Allah zonder deelgenoten aan Hem toe te kennen."


De drie categorieën van Tawheed worden meestal aangeduid met de volgende titels.


1. Tawheed ar Ruboobeeyah: Letterlijk " handhaving van de eenheid van Heerschappij". Dat is het bevestigen dat Allah Een is, zonder partners is in Zijn soevereiniteit

.
2. Tawheed al Asmaa'was Sifaat: Letterlijk "handhaving van eenheid van de Namen en Kenmerken van Allah", dat betekent, het bevestigen dat deze uniek en onvergelijkbaar zijn.


3. Tawheed al Ibaadah: Bevestiging dat alleen Allah het recht heeft aanbeden te worden.

De verdeling in Tawheed in onderdelen, is niet door de Profeet sallahoe alyhie wassalaam gedaan, noch door zijn Sahaba's. De reden hiervoor is dat er geen noodzaak was deze principes van geloof te analyseren. Echter, de fundamenten van deze onderdelen liggen besloten in de verzen van de Quran en in de toelichting van de Profeet en zijn Sahaba's, zoals duidelijk zal worden wanneer iedere categorie later in detail wordt behandeld.

De noodzaak voor deze analytische benadering van het principe van Tawheed ontstond nadat de Islaam verspreid werd in Egypte, Byzantium, Perzië en India en de culturen van deze gebieden absorbeerde. Het is te verwachten, en makkelijk te begrijpen, dat wanneer de mensen van deze landen toetreden tot de Islam zij iets met zich meedragen van hun vroegere geloof.

Toen sommige van de bekeerlingen dit, hun verschillende filosofische begrippen van God, tot uiting brachten in schrijven en discussie, ontstond verwarring waardoor het zuivere en unitaire geloof van de Islam werd bedreigd. Er waren ook anderen, die aan de buitenkant de Islam hadden geaccepteerd, maar in het geheim werkten om de Islam te vernietigen, als gevolg van hun onvermogen zich in militair opzicht te verzetten. Deze groep begon actief vernietigende ideeën over Allah uit te dragen onder de bevolking, om zo de eerste pilaar van iman, en daarmee de Islam zelf, af te breken.


De vroegere Kaliefen en hun gouverneurs stonden dicht bij de islamitische principes, en het bewustzijn van de massa was hoog door de aanwezigheid van de metgezellen van de profeet sallahoe alyhie wassalaam en hun studenten. Vandaar dat de uitbanning van openlijke ketterij direct respons kreeg van de heersers. Daarentegen waren de latere Umayyad kaliefen corrupter en als zodanig gaven zij weinig om zulke religieuze kwesties. Het volk was ook minder Islamitisch bewust en werden daardoor vatbaarder voor afwijkende ideeën. Naarmate er meer mensen onder de Umayyaden toetraden tot de Islam, en in een toenemend aantal veroverde landen "het leren" overgenomen werd, was het praktiseren van dwaling in geloof niet langer te wijten aan de groeiende stroom van ketterij.

De taak betreft conflictbeheersing kwam nu op de schouders van de geleerden van die periode die opstonden om de uitdaging met het intellectuele aan te gaan. Zij werkten systematisch de verschillende buitenaardse filosofieën en overtuigingen tegen, door middel van het categoriseren en het bestrijden van hen, met de principes die afgeleid zijn van de Quran en de Sunnah.
Dus als de categorieën van Tawheed afzonderlijk en grondiger bestudeerd worden, moet men niet vergeten dat zij elk een deel vormen van een organisch geheel wat op zichzelf de basis is van een groter geheel; de Islam zelf.


Tawheed ar Ruboobeeyah ( De handhaving van de eenheid van Heerschappij).
Deze categorie is gebaseerd op het fundamentele concept dat alleen Allah ta'ala veroorzaakte dat alle dingen bestaan, en tot bestaan kwamen, toen er nog niets was. Hij Allah  ta'ala verzorgt en onderhoudt de schepping zonder dat Hij Allah ta'ala daar hulp voor nodig heeft of voor krijgt. Hij is de enige Heer van het universum en diens bewoners, zonder uitdaging van Zijn soevereiniteit. In het Arabisch wordt het woord om de schepping te onderhouden en te kwalificeren aangegeven met Ar Roeboobeeyah, dat afgeleid is van het woord Rabb (Heer). Op basis van deze categorie, want Allah is de echte macht in het bestaan, is Hij het die de dingen macht geeft om te bewegen en te veranderen. Niets gebeurt in de schepping, behalve wat Allah toestaat dat gebeurd. In de erkenning van deze realiteit, herhaalde de Profeet sallahoe alyhie wassalaam gebruikelijk de woorde: "La hawla wa la quwwata illaa bilalaah."(Er is geen beweging noch macht behalve door de Wil van Allah). 

In Soerah az Zoemar 39:62

staat geschreven:

"Allah is de Schepper van alle dingen. Hij is over alle dingen Toezichthouder."


En in soerah at Taghaabun 64:11:


"Er is niemand die een ramp overkomt of deze gebeurt met het verlof van Allah."


Verder werkte de profeet sallahoe alyhie wassalaam dit concept uit en zei:
"Wees ervan bewust dat, als het hele mensdom samen zou komen om te helpen, dan zullen zij allen in staat zijn te doen wat Allah ta'ala al voor jou heeft bepaald. En als de hele mensheid zou samen komen om iets slechts tegen jou te doen, kan dit alleen als Allah dit al voor jou heeft bepaald."
Dus wat de mens opvat als geluk en ongeluk zijn slechts gebeurtenissen die voorbestemd zijn door Allah, als deel van de testen van dit leven. De incidenten volgen patronen die alleen door Allah zijn ingesteld.

Allah verklaard in de Quran in Soerah at Taghaabun 64:14
"O jullie die geloven, voorwaar er zijn onder jullie vrouwen en kinderen die vijanden zijn. Kijk daarom voor hen uit."


Dat wil zeggen: binnen de goede dingen van het leven zijn zware beproevingen van iemands' geloof in Allah. Ook in de verschrikkelijke dingen van het leven liggen beproevingen zoals genoemd wordt in

 Soerah al Baqarah 2:155
"En Wij zullen jullie zeker beproeven met iets van vrees en honger, vermindering van bezittingen, levens en vruchten. Maar geeft verheugende tijdingen aan de geduldigen."


Soms zijn patronen te herkennen, zoals in de relatie oorzaak en gevolg, en soms niet als in een zaak waar goede resultaten van slechte middelen komen, of slechte resultaten van goede middelen. Allah heeft uitgelegd dat de wijsheid achter deze schijnbare onregelmatigheden vaak verder gaan dan het onmiddellijke begrip van de mens door zijn beperkte omvang van kennis.


In Soerah al Baqarah 2:216 staat geschreven:
"Maar het kan zijn dat jullie afkeer van iets hebben terwijl het goed is voor jullie, en het kan zijn dat jullie van iets houden, terwijl het slecht is voor jullie. En Allah weet, terwijl jullie niet weten."


Blijkbaar gebeuren kwade gebeurtenissen soms omdat zij het beste zijn voor mensen, en schijnbaar goede dingen die de mens graag wil, blijken soms schadelijk te zijn. Dus de mens zijn domein van invloed, in de loop van de gebeurtenissen die deel uit maken van zijn leven, is beperkt tot mentale keuzes tussen de aangeboden mogelijkheden voor hem. De uiteindelijke resultaten van deze keuzes zijn hoe dan ook niet in zijn macht. Met andere woorden: de mens wikt en Allah beschikt. Geluk en ongeluk komen beiden van Allah ta'ala en kunnen niet veroorzaakt worden door konijnenpootjes, klavertjes 4, wensbotjes, geluknummers, sterrenbeelden enz. of door voortekenen van geluk zoals vrijdag de 13de, gebroken spiegels, zwarte katten, enz. In feite is geloof in voorspellingen en tovenarij een uiting van grote zonde of shirk in deze vorm van Tawheed.

Uqbah, een van de metgezellen van de Profeet sallahoe alayhie wassalaam leverde over dat op een keer een groep mensen de profeet sallahoe alyhie wassalaam benaderde om hun trouw aan hem te zweren, en hij sallahoe alyhie wassalaam accepteerde de eed van negen van hen, maar weigerde het van één. Toen zij hem vroegen waarom hij de eed weigerde van een van zijn metgezellen, antwoordde hij: "De man die het amulet droeg, plaatste zijn hand in zijn mantel, deed de amulet af, brak het en maakte toen de eed. De Profeet sallahoe alyhie wassalaam zei: "Wie dan ook een amulet draagt heeft shirk gepleegd."
Wat betreft het gebruik van de Quran als gelukshanger of amulet. Door het dragen van Quranische ayaat aan een ketting om geluk te verkrijgen of ongeluk af te weren, is er een klein beetje verschil tussen deze praktijken en praktijken van de heidenen. Noch de Profeet sallahoe alyhie wassalaam noch de Sahaba's gebruikten de Quran op deze manier, en de Profeet sallahoe alyhie wassalaam zei:
"Wie iets in de Islam toepast wat er niet in staat, het zal geweigerd worden."
Het is waar dat Soerah an Naas en Soerah Al Falaq uit de Quran, speciaal zijn geopenbaard tegen exorcisme (geesten bezweringen) (tegen slechte tovenarij) maar de Profeet sallahoe alyhie wassalaam liet de juiste methode zien zoals het gebruikt moest worden. Op een keer toen de profeet sallahoe alyhie wassalaam zelf onder invloed stond van tovenarij, zei hij tegen Ali ibn Talib om twee Soera's te reciteren. Hij schreef ze niet op en hing ze niet om zijn nek, maakte ze niet aan zijn arm vast of aan zijn lichaam vast, noch zei hij dit tegen anderen dit te doen.

Tawheed al-Asmaa'was-Sifaat (Handhaving van de Eenheid van de Namen van Allah ta'ala en Zijn Kenmerken).


Deze categorie van Tawheed heeft vijf hoofdaspecten:


1. Om de Eenheid van de Namen van Allah ta'ala en Zijn Eigenschappen te handhaven, moet er worden verwezen naar hoe Allah ta'ala en de Profeet sallahoe alyhie wassalaam Allah hebben beschreven, zonder Zijn Namen en Kenmerken anders uit te leggen dan hun overduidelijke betekenis. Bijvoorbeeld, in de Quran zegt Allah ta'ala dat hij boos wordt op de ongelovigen en de hypocrieten.

 Hij zegt in Soerah al Fath 48:6

"En Hij bestraft de huichelaars en de huichelaarsters, en de veelgoden aanbidders en de veelgoden aanbidsters die slechte gedachten over Allah koesteren. Het slechte zal hen omsingelen en Allah is woedend op hen. En Hij heeft hen vervloekt en Hij heeft de Hel voor hen voorbereid, en dat is de slechtste plaats van terugkeer."


Dus boosheid is een van Zijn Kenmerken. Het is niet correct te zeggen dat Zijn "boosheid" eigenlijk Zijn "straf" betekent, want boosheid is een teken van zwakheid in de mens die niet bij Allah past. Wat Allah heeft verklaard moet geaccepteerd worden met de erkenning dat Zijn boosheid niet hetzelfde is al menselijke boosheid gebaseerd op de verklaring van Allah in.

 Soerah ash Hooraa 42:11


"Niets is aan Hem gelijk...."


Deze Aya onderstreept duidelijk het feit dat de Kenmerken van Allah anders zijn dan die van de mensen. Als dit feit over het hoofd gezien wordt, zal een strikte letterlijke betekenis van deze aya resulteren in de ontkenning van het bijzondere bestaan van Allah. Want Allah beschrijft Zichzelf als de Levende en de mens leeft, dus volgens dit rationalistische argument leeft Allah niet noch bestaat Hij.(in de zin van dat wat mensen nodig hebben om als levend gezien te worden)
In feite bestaat de gelijkenis tussen de Kenmerken van Allah en die van de mens alleen in naam en niet in graad. Als kenmerken gebruikt worden in relatie tot Allah, worden zij genomen in absolute zin, vrij van menselijke tekortkomingen.


2. Het tweede aspect van Tawheed al Asmaa wa Sifaat betreft het verwijzen naar Allah zoals Hij naar Zichzelf heeft verwezen zonder Hem nieuwe Namen of Eigenschappen te geven. Bijvoorbeeld: Allah mag niet de naam al Ghaadib gegeven worden ondanks het feit dat Hij gezegd heeft dat Hij boos wordt, omdat noch Allah noch Zijn Boodschapper deze naam heeft gebruikt. Dit lijkt misschien een teer punt te zijn, maar het moet worden gehandhaafd om valse beschrijvingen van Allah te voorkomen. Dat wil zeggen, de vergankelijke mens is niet in de positie om de (namen en kenmerken van de) oneindige Allah van de Schepping vast te stellen.
De namen An Naasir en Ar Rasheed behoren tot de gemeenschappelijke namen die niet authentiek kunnen worden toegeschreven aan Allah. Hoewel hun betekenissen waar zijn en genoemd worden als de kenmerken van Allah, kunnen ze niet in de Quran worden teruggevonden noch in de authentieke Hadith. Echter, zij komen voor in een paar Hadith die een lijst van de 99 Namen van Allah opsommen waarvan sommigen in de kopie van de Quran teruggevonden kan worden. Helaas zijn alle Hadith hiervan niet authentiek.

3. In het derde aspect van Tawheed al Asmaa was Sifaat wordt naar Allah verwezen zonder Hem de Kenmerken te geven van Zijn schepping. Bijvoorbeeld: In de Bijbel en de Thora wordt beweerd dat Allah de eerste zes dagen spendeerde aan de schepping van het Universum en dat Allah op de zevende dag sliep. Om deze redenen nemen de Christenen en de Joden de zondag of de zaterdag als een rustdag, waar het werken op deze dag als een zonde wordt gezien. In zo een bewering wijst Allah de kenmerken van Zijn schepping toe. Het is de mens die moe is na een dag van zware arbeid, en slaap nodig heeft om te herstellen. Op een andere plaats in de Bijbel en de Thora wordt God afgeschilderd als berouw tonend voor Zijn slechte gedachten op dezelfde manier als mensen dat doen als zij zich hun fouten realiseren. Hieraan gelijk is de bewering dat God een geest is of een geest heeft, dit corrumpeert het "zijn" van Tawheed. Allah ta'ala verwijst nergens in de Quran naar Zichzelf als zijnde een geest, noch geeft Zijn Profeet sallahoe alyhie wassalaam uitdrukking van deze aard in de Hadeeth. In feite verwijst Allah ta'ala naar de geest als deel van Zijn schepping.

Het basisbeginsel dat gevolgd moet worden als men het heeft over de kenmerken van Allah is de volgende formule in de Quran: 

Soerah ahs Shoora 42:11


"Er is niets aan Hem gelijk en Hij is de Al-Horende de Al-Ziende."


De kenmerken 'het horen en het zien' behoren onder de kenmerken van mensen, maar als dezen toegewezen worden aan Allah, zijn zij in hun perfectie zonder vergelijking. Wanneer deze kenmerken gerelateerd worden aan de mens, hebben zij ogen, oren en apparaten nodig die niet toegeschreven kunnen worden aan Allah. Wat de mensen van Allah weten is alleen het kleine beetje wat Hij aan hen heeft geopenbaard d.m.v. Zijn Profeten.

Daarom is de mens verplicht binnen deze nauwe grenzen te blijven. Als de mens de vrije loop wordt gegeven in zijn intellect wat betreft het beschrijven van God, dreigt hij in de fout te vallen door de kenmerken van de schepping aan Allah toe te wijzen.
In hun liefde voor uitbeelden, hebben de christenen ontelbare menselijke gelijkenissen geschilderd, gesneden en gemodelleerd en deze God genoemd. Deze hebben gediend om de weg vrij te maken om zogenaamde goddelijkheid van Jezus door de massa te laten accepteren.

Toen eenmaal de voorstelling van de Schepper, dat Hij gelijk aan de mens zou zijn, geaccepteerd was, was de acceptatie van Jezus als zijnde God niet echt een probleem.


4. Het vierde aspect betreft Tawheed as-Asmaa was Sifaat, vereist dat de mens geen kenmerken worden gegeven van Allah. Bijvoorbeeld, in het Nieuwe Testament neemt Paulus de figuur Melchizedek, de koning van Salem uit de Torah (Genesis 14:18-20) en Jezus, beiden zowel Jezus en als Melchizedek kenmerken van God, namelijk dat zij geen begin en geen einde hebben.


1.Want deze Melchizedek, koning van Salem, priester van de meest hoge God, ontmoette Abraham die terugkwam van het slachten van de koningen en zegende hem, en aan hem gaf Abraham een tiende van alles. Hij is als eerste, bij het vertalen van zijn naam, koning van de rechtvaardigen, en daarna is hij ook koning van Salem, dat is, koning van Vrede. Hij is zonder vader of moeder of afstamming en hij heeft noch een begin van dagen noch een eind van leven. Maar ondanks dat hij lijkt op de zoon van God, blijft hij voor altijd priester.


2.Dus ook Christus heeft zichzelf niet verheven om tot hogepriester gemaakt te worden, maar was door hem benoemd die tegen hem zei: "Jij bent mij zoon, vandaag heb ik jou voortgebracht. "En op een andere plaats: "Jij bent voor eeuwig een priester, na het bevel van Melchizedek."
De meeste Shiitische sekten, (met uitzondering van de Zaidites van Yemen) hebben hun Imaams goddelijke kenmerken gegeven zoals absolute onfeilbaarheid, kennis van het verleden, de toekomst, het onzichtbare, de mogelijkheid van het veranderen van de toekomst en de controle over de atomen van de schepping. Door zo te doen richt men rivalen op die delen in de Unieke kenmerken van God en die in feite goden worden naast Allah.


5. Handhaving van de eenheid van de Namen van Allah, betekent ook dat Allah's Naam, in de door Allah bepaalde vorm, niet gegeven kan worden aan Zijn schepping behalve door het voorvoegsel 'abd' toe te voegen. Dat betekent 'bediende van' of 'slaaf van'. Velen van de Goddelijke Namen in hun onbepaalde vorm zoals Ra'oof en Raheem (dus niet Ar Ra'oof en Ar Raheem) zijn toegestane namen voor mij, omdat Allah ta'ala sommige van hen heeft gebruikt in de onbepaalde vorm om naar de Profeet sallahoe alyhie wassalaam te verwijzen.


In Soerah at Tauwba 9:128 verklaart Allah:


"Voorzeker, er is een Boodschapper tot jullie gekomen uit jullie midden. Zwaar voor hem is jullie lijden, vurig wenst hij het goede voor jullie, voor de gelovige is hij (een) liefdevol(le) en (een ) barmhartig(e)."


Maar Ar Ra'oof ( De Meest Medelijdende) en Ar Raheem ( De meest Barmhartige) kunnen alleen gebruikt worden voor mensen door toevoeging van abd. Dat wordt dan Abdoe Ra'oof en Abdoe Raheem. Want in de bepaalde vorm (Ar Ra'oof en Ar Raheem) verwijzen zijn naar een niveau van perfectie die alleen aan Allah behoord.
De Abbasijnse Kalief, Haroon ar Rasheed gebruikt de titel ar Rasheed die verworpen werd door de geleerden van zijn tijd, want het was feitelijk een van de Namen van Allah. Aan de andere kant zijn namen zoals Abdur Rasool (slaaf van de Boodschapper), Abdun-Nabee (slaaf van de Profeet), Abdul Husayn (slaaf van Husayn) etc., namen waar mensen zichzelf de slaaf noemen van anderen dan Allah ook verboden. Gebaseerd op dit principe, verbood de Profeet sallahoe alyhie wassalaam de Moslims namen die verwijzen naar degenen die onder hun hoede waren zoals abdee(mijn slaaf) of amatee (mijn slavin).


Tawheed al Ibaada (Handhaving van de Eenheid van Aanbidding)


Ondanks de grote consequenties betreft de eerste twee categorieën van Tawheed, is een sterk geloof alleen hierin niet voldoende om de Islamitische vereisten van Tawheed te vervullen. Tawheed ar Ruboobiyyah en Tawheed al Asmaa was Sifaat moeten vergezeld gaan met hun aanvulling namelijk Tawheed al Ibaadah, om Tawheed als volledig te kunnen beschouwen volgens de Islaam. Dit punt wordt onderbouwd door het feit dat Allah Zelf in duidelijke termen verwijst naar het feit dat de mushrikoon (veelgoden aanbidders) in de tijd van de Profeet Mohammad vele aspecten van de eerste twee vormen van Tawheed bevestigden. In de Quran zegt Allah ta'ala tegen de Profeet sallahoe alyhie wassalaam dat hij de heidenen moet vertellen:

 (Soerah Yunus 10:31)


Zeg: "Wie schenkt jullie voorzieningen uit de Hemel en de aarde", of, "Wie heeft macht over (het scheppen) het horen en het zien en wie brengt het levende voort uit het dode en wie brengt het dode voort uit het levende, en wie verordent het bestuur? "Zij zullen zeggen: "Allah."


En in Soerah Az Zukhruf 43:87


"En als jij hun vraagt wie hen geschapen heeft dan zullen ze zeggen: "Allah."

De heidenen uit Mekka wisten allemaal dat Allah hun Schepper, Onderhouder, hun Heer en Meester was, maar dat maakt nog niet dat ze Moslim zijn volgens Allah. Feitelijk zegt Allah:

in Soerah Yusuf 12:106


En de meesten van hen geloven niet in Allah zonder deelgenoten aan Hem toe te kennen.
Mujahid's commentaar op dit vers was als volgt:

Hun geloof in Allah dat vertegenwoordigd wordt door hun verklaring, "Allah heeft ons geschapen, onderhoudt ons, en neemt onze levens", heeft hen niet weerhouden van het aanbidden van andere goden naast Allah." Van de eerder genoemde verzen is het duidelijk dat de kufar wisten van de Heerschappij en macht van Allah. Eigenlijk deden ze soorten van vrome en devote aanbidding, zoals hadj, liefdadigheid, slachten van dieren, het zweren van eden en zelfs in tijd van nood deden ze het gebed. Zij beweerden dat ze het geloof van Ibrahim as volgden. Vanwege deze claim, openbaarde Allah ta'ala in:

 Soerah al Imran 3:67


"Ibrahim was geen Jood, noch was hij een Christen, maar hij was een Hanif, die zich aan Allah overgegeven had, en hij behoorde niet tot de afgoden aanbidders."


Sommige heidenen in Mekka geloofden zelfs in de Opstanding en het Oordeel, anderen geloofden in de voorbeschikking. Voorbeelden hiervan kunnen teruggevonden worden in vóór Islamitische poëzie.

 De dichter Zuhayr heeft gezegd over straf:
"Het is ofwel uitgesteld, geplaatst in een boek en bewaard voor de dag des Oordeels, of versneld, en onrechtvaardigheid is gewroken."
Antarah werd als volgt geciteerd:
"O Ebil, waar wil je heen vluchten voor de dood, als mijn Heer in de Hemel het heeft voorbeschikt?"
Ondanks de belijdenis van de Mekkanen van Tawheed en hun kennis over Allah, heeft Allah ta'ala hen als ongelovigen ( kufar) en heidenen ( mushrikien) aangemerkt, simpelweg omdat zij anderen goden naast Allah ta'ala aanbaden.
Dus het belangrijkste aspect van Tawheed is dat van Tawheed al Ibaadah; handhaving van de eenheid betreft aanbidding van Allah alleen. Alle vormen van aanbidding moeten direct gericht zijn aan Allah alleen, omdat Hij Alleen aanbidding verdient, en alleen Hij kan voordeel aan mensen geven. Verder is er geen enkele noodzaak, voor tussenkomst van een bemiddelaar of tussenpersoon op wat voor manier dan ook, tussen God en de mens. Allah benadrukt het belang van rechtstreekse aanbidding tot Hem alleen, door uiteen te zetten dat dit het hoofddoel is van de schepping van de mens, en de essentie van de boodschap, gebracht door alle Profeten.


Hij zei in Soerah adh Dhaariyaat 51:56


"En Ik heb de mens en de djinns slechts geschapen om Mij te dienen.


En in Soerah an Nahl 16:36


"En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een Boodschapper gezonden, die zei: "Aanbidt Allah en houdt afstand van de Thagoet."

Het doel van de schepping in zijn geheel begrijpen, gaat verder dan de aangeboren vermogens van de mens. De mens is een begrensd wezen. Hij kan niet redelijkerwijs hopen om volledig de daden van de onbegrensde Schepper te begrijpen. Daarom heeft Allah het een deel van de mens zijn natuur gemaakt om Hem te aanbidden en Hij zond Profeten en openbaarde Heilige Boeken om het aspect van het doel van de schepping duidelijk te maken. Deze mogelijkheid ligt wel in de mens om te begrijpen. Dat doel is, zoals eerder gezegd: Het aanbidden van Allah. (al-Ibaadah) De belangrijkste Boodschap die de Profeten moesten verkondigen was het aanbidden van Allah alleen (Tawheed al-Ibaadah). Daarom is shirk (het aanbidden van anderen behalve Allah of het aanbidden van anderen naast Allah), de grootste zonde.


In Soerah al Fatihah, welke iedere Moslim vereist is te reciteren in zijn dagelijkse gebed, wordt in de vierde Aya gezegd: "U alleen aanbidden wij en U Alleen vragen wij om hulp." Dit is een duidelijke verklaring dat alle manieren van aanbidding direct aan Allah gericht dienen te worden. De Profeet Mohammad sallahoe alyhie wassalaam bevestigde het concept van aanbidding zeggende: "Als je vraagt in gebed, vraag dan alleen aan Allah, en als je hulp zoekt, zoek dat dan alleen bij Allah ta'ala." Het ontbreken van een behoefte aan bemiddeling wordt verdere benadrukt door enige ayaat die de nabijheid van Allah tot de mens aangeeft. Bijvoorbeeld in:

 Soerah al Qaf 50:16


"En voorzeker, Wij hebben de mens geschapen en Wij weten wat zijn ziel hem influistert en Wij zijn dichter bij hem dan zijn halsslagader."


De bevestiging van Tawheed al-Ibaadah, vereist de ontzegging van alle soorten van tussenkomt, of het koppelen van partners aan Allah. Als iemand bidt tot de doden om invloed uit te oefenen op het leven van de levenden of op de zielen van degenen die al zijn overleden, hebben ze hiermee een deelgenoot naast Allah geplaatst. Want aanbidding is iets dat plaatsvindt tussen Allah ta'ala en Zijn schepping. De Profeet Mohammed sallahoe alyhie wassalaam zei in niet mis te verstane woorden:
"Het gebed (het smeekgebed ) is aanbidding."
En Allah ta'ala zei in:

 Soerah al Anbiya 21:66

"Aanbidden jullie dan een God naast Allah die jullie in niets baat en niets schaadt?''


En in: Soerah al Araaf 7:194


"Voorwaar, degenen die jullie buiten Allah aanroepen zijn schepselen zoals jullie zelf."


Als iemand bidt tot de Profeten, de Engelen, de djinns, of zogenaamde heiligen, en dezen om hulp vragen of tot hen smeken, of zij vragen of Allah hen helpt, hij heeft zich schuldig gemaakt aan shirk.
Het concept van Ghaus-i-Azam (al Ghawth al A'dHam), een titel die gegeven is door de onwetenden aan Abdul Qaadir al Jeelaanee, is ook een uitdrukking van shirk in deze vorm van Tawheed. De titel betekent letterlijk: "De grootste bron van redding, degene die het meest in staat is iemand van gevaar te redden." Zo een beschrijving hoort alleen Allah toe. Als rampspoed hen overkomt, roepen sommigen Abdul Qaadir aan, om te vragen om zijn bescherming, zelfs al heeft Allah ta'ala in: 

Soerah al An'aam 6:17 gezegd:


"Indien Allah jou met tegenspoed treft, dan kan niemand die weghalen."


Volgens de Quran, toen de Mekkanen gevraagd werden over het richten van hun gebed tot hun afgoden antwoorden zei:


Soerah Az Zumar, 39:3


"Wij aanbidden hen slechts opdat zij ons zo dicht mogelijk tot Allah brengen."


De idolen werden alleen gebruikt als tussenpersoon, maar Allah noemde hen heidenen vanwege hun daden. Diegenen onder de Moslims die volhouden anderen te aanbidden naast Allah doen er goed aan om hier eens over na te denken.
Christenen, beïnvloed door de lering van Tarsus (Later Paulus genoemd), vergoddelijkte de Profeet Jezus en richtte hun gebed tot hem en zijn moeder. De katholieken onder de Christenen hebben een heilige voor iedere gebeurtenis aan wie zij direct hun gebeden richten en geloven dat deze heiligen directe invloed hebben. De Katholieken gebruiken ook hun priesters als tussenpersoon tussen hun zelf en Allah. Zij geloven dat deze priesters dichter bij Allah staan dan zij, vanwege hun celibaat en vroomheid en daarom een grotere kans hebben dat er naar ze geluisterd wordt. De meeste shi-itische sekten hebben bepaalde dagen van de week en uren van de dag dat zij tot Ali, Fatima, Hassan en Hoessein bidden, te wijten aan hun vervalste geloof in bemiddeling.
Aanbidding (ibaadah) is vanuit Islamitisch standpunt, meer dan alleen vasten, zakaat betalen, Hadj doen en dieren offeren. Het houdt ook emoties in zoals liefde, vrees, vertrouwen, die alle graden hebben, die men alleen voor Allah moet hebben. Allah heeft deze emoties genoemd en tegen excessen gewaarschuwd in:

Soerah al Baqarah 2:165


En er zijn er onder de mensen die naast Allah deelgenoten toekennen die zij liefhebben met de liefde als (die) voor Allah, maar degenen die geloven zijn sterker in de liefde voor Allah.


En in Soerah at Tauwba 9:13


Waarom bestrijden jullie een volk dat hun eden breekt niet? Terwijl zij van plan zijn om de boodschapper te verdrijven en zij jullie het eerst aanvallen? Vrezen jullie hen terwijl Allah er meer recht op heeft dat jullie Hem vrezen als jullie gelovigen zijn?


In Soerah Maidah 5:23


En stelt jullie vertrouwen op Allah indien jullie gelovigen zijn.

Omdat de term Ibaadah totale overgave aan Allah betekent, en Allah beschouwd wordt als de uiteindelijke Wetgever, is de uitvoering van seculaire legale systemen die niet gebaseerd zijn op de goddelijke wet (de Sharia) een daad van ongeloof in de goddelijke wet en geloof in de juistheid van enkele andere systemen. Zo een geloof vestigt een vorm van aanbidding van anderen dan Allah (en is shirk). Allah verklaart in de Quran : 

Soerah al Maidah 5:44


"En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft; zij zijn de ongelovigen.


Op een gelegenheid, hoorde de Sahabah van de Profeet sallahoe alyhie wassalaam Adee ibn Haatim ( Vanuit het Christendom tot de Islam bekeerd) de Profeet sallahoe alyhie wassalaam het Quran vers reciteren: 

Soerah at Tauwba 9:31


"Zij hebben hun Schriftgeleerden en hun monniken tot heren naast Allah genomen en ook de Masieh, de zoon van Maryam, terwijl hun niets is bevolen dan dat zij één God aanbidden: Er is geen god dan Hij. Heilig is Hij boven de deelgenoten die zij naast Hem toekennen.


Dus hij zei: "Voorzeker, wij aanbidden hen niet." De profeet sallahoe alyhie wassalaam draaide zich naar hem toe en zei: "Hebben zij niet verboden wat Allah toegestaan (halal) maakte, en jij maakte het verboden, en maakte zij niet halal wat Allah heeft verboden (haram) en jij maakte het halal? "Hij antwoordde: Zeker deden wij dat. "De profeet sallahoe alyhie wassalaam zei toen: "Dat was hoe jij hen aanbad."
Dus een aanzienlijk deel van de Tawheed al Ibaadah, omvat de uitvoering van de Sharia, speciaal in landen waar Moslims de meerderheid van de bevolking uitmaken.
De Goddelijke Wet zou opnieuw geïntroduceerd moeten worden in vele moslimlanden waar regeringen tegenwoordig regeren volgens geïmporteerde kapitalistische en communistische grondwetten. De Islamitische Wet is totaal uitgestorven of verbannen naar wat onbelangrijke gebieden. Ook zou in Moslimlanden, waar de Islamitische Wetten wel in de boeken bestaat maar seculiere wetten van kracht zijn, de Sharia uitgevoerd moeten worden want deze wet betreft alle aspecten van het leven.
Het handhaven van niet Islamitische wetten in plaats van de Sharia is Moslimlanden, is een daad van shirk en Kufr zoals is aangegeven in het vorige vers.

Echter, zoals ibn Abbas zei, het is niet de grootste zonde van ongeloof die iemand uit de schoot van de Islam plaatst maar een mindere vorm.
Dus, regeren door middel van een niet Islamitische Wet maakt de dader niet automatisch een ongelovige, behalve als hij gelooft dat niet Islamitische Wetten superieur zijn aan de Goddelijke Wet. Dus de gewone praktijk van sommige extreme groepen die verklaren dat alle Moslim leiders en degenen die onder hen werken ongelovigen zijn (tafkier) simpelweg vanwege dat zij er een on islamitisch systeem op nahouden, is incorrect. Echter, het is de plicht voor degenen die gezaghebbende posities bekleden zulke systemen te veranderen, terwijl degenen die invloedrijke posities hebben de regeerders moeten adviseren op een manier die de massa niet tot rebellie en bloedvergieten aanzetten. Betreft degenen die zich niet in deze posities bevinden, zij dienen de niet Islamitische regering te minachten om Allah te behagen en Tawheed te handhaven.


Een Allah ta'ala weet beter.

Vragen 

Vragen Module 1 (De vragen zijn meerkeuze vragen, er is slechts één antwoord goed)

1. Islamitisch betekent Tawheed:

a) Allah één van de drie goden maken

b) Geloven dat Allah één God is in alles wat we doen om Hem te behagen.

c) Accepteren dat Allah de grootste van Alle goden is en Hem behagen in alles wat we doen.

d) Geloven dat Allah alles is en alles Allah is.

e) De mens een eenheid maken


2. Degene die zich niet houden aan de regels van Allah:

a) Zijn ongelovigen die de Islam verlaten hebben.

b) Hebben een daad van ongeloof begaan die hen buiten de schoot van Islam plaatsen.

c) Zij worden ongelovigen als zij geloven dat de niet Islamitische wet superieur is aan de Islamitische Wet.

d) En degene die werken voor hen zijn allemaal ongelovigen.

e) Zijn gelovigen onafhankelijk van hun geloof.

3. De reden die gegeven is in de Hadith overgeleverd door Uqbah, waarin de Profeet sallahoe alyhie wassalaam weigert de eed van trouw te accepteren van een van de groep van 10, was omdat:

a) Hij een amulet droeg.

b) Hij een waarzegger was

c) Hij in voortekenen geloofde.

d) Hij een toverspreuk over Ibn AbeeTalib had uitgesproken

e) Hij zijn rechterhand in zijn zak hield en zijn linkerhand gaf.

4. Haroun Yahyah wordt genoemd omdat hij:

a) Moderne werken schrijft over de Islam

b) Het geloof in de eenheid van Allah verwerpt

c) De belangrijkste student was van Ibn Arabee in Spanje.

d) Het geloof van Ibn Arabee dat alleen Allah bestaat, promoot.

e) Het geloof doet herleven dat alles zal verdwijnen behalve het aangezicht van Allah.

5. De Profeet sallahoe alyhie wassalaam zei dat de Christenen en de Joden hun priesters en Rabbijnen aanbidden omdat:

a) Zij blind accepteren wat hun priesters en rabbijnen zeggen betreft halaal en haram.

b) Priesters en rabbijnen mens genoemd worden of God of heilig mens.

c) Omdat zij voor hen buigen in aanbidding.

d) Zij hen in gebed aanroepen en de Profeet sallahoe alyhie wassalaam zei dat gebed aanbidding is.

e) Christenen en Joden hun priesters en rabbijnen alle kenmerken van Allah geven.

6. De titel Ghaus-i-Azam:

a) Was gegeven aan Allah door degenen die geloofden in menselijke tussenkomst.

b) Is een vorm van shirk betreft Tawheed al Asmaa was-Sifaat.

c) Is onder de onwettige namen die aan Allah gegeven zijn.

d) Was gegeven aan Ibn Arabee door degenen die geloofde dat hij een heilige was.

e) Verwijst naar de Profeet Mohammad sallahoe alyhie wassalaam volgens de mening van Abdul-Qaadir al-Jeelaanee.

7. Boosheid/toorn is:

a) Geen eigenschap van Allah

b) Een eigenschap van Allah

c) Een van de Namen van Allah.

d) Wordt geïnterpreteerd als straf als het gebruikt wordt in relatie tot Allah.

e) Een teken van zwakheid in mensen en moet daarom niet worden gerelateerd aan Allah.

8. De geest van Allah:

a) Mag niet worden begrepen in termen van de menselijke geest.

b) Een vals concept want Allah schiep de geest.

c) Is een ongeschapen kenmerk van Allah.

d) Is genoemd in een Hadith als zijnde uniek voor Allah.

e) Het middel waarmee Allah SWT de mensen schiep.

9. Het meest belangrijke aspect van Tawheed is:

a) Tawheed al-Ibaadah

b) De achting, dat wil zeggen het hebben van grote bezorgdheid om iets.

c) Tawheed ar Roeboebiyyah

d) Geloof van het bestaan van Allah voorafgaand aan Zijn scheppen.

e) Tawheed al Asmaa was Sifaat.

10.De Arabische term Tawheed kan teruggevonden worden in:

a) De Quran en de Sunnah

b) Alleen in de Hadith.

c) Noch in de Quran, noch in de Sunnah.

d) Alleen in de Quran.

e) In de verklaring van de Profeet sallahoe alyhie wassalaam, niet opgetekend in de Sunnah.

11. De term wahdatul-wujood betekent:

a) Dat alle levende dingen Allah zijn.

b) Dat er alleen één echt bestaan is en dat is Allah.

c) Dat niets bestaat behalve wat Allah wil dat bestaat.

d) Dat alles wat bestaat één is behalve Allah.

e) Dat Allah overal in is, echter niet dat Hij alles is.

12.Tawheed al-Asmaa was Sifaat (Namen en Kenmerken) betekent:

a) Het beschrijven van Allah op een manier zoals Hij en Zij Profeet sallahoe alyhie wassalaam Hem beschrijven.

b) Geeft Allah de kenmerken van Zijn schepping.

c) Het geloof dat de Profeet Mohammad sallahoe alyhie wassalaam de kenmerken van Allah bezit.

d) Dat de schepping de kenmerken van Allah heeft.

e) Beschrijft Allah in menselijke termen.

13. In erkenning van Tawheed Ar Roeboebiyyah, herhaalde de Profeet

sallahoe alyhie wassalaam gebruikelijk de frase:

a) Laa hawla wa laa quwwata illaa billaah.

b) Laa quwwata wa laa hawla illaa billaah.

c) Laa illaa hawla wa laa quwwata billaah.

d) Laa hawla wa laa illaa quwwata billaah.

e) Laa hawla wa illaa laa quwwata billaah.

14. Het gebruik van de naam al-Ghaadib met verwijzing naar Allah is:

a) Ongepast omdat Allah niet naar Zichzelf verwijst in dit gebruik.

b) Ongepast omdat het boosheid betekent en Allah wordt niet boos.

c) Gepast omdat Allah naar Zichzelf verwijst als zijnde boos.

d) Geschikt omdat het 't partikel van bepaaldheid voor zich heeft

e) Ongeschikt omdat het een van de titels van de Profeet Mohammad is.

© 2012 Dagelijkse inspiratie 
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin